Sytze Brusse
Sytze Brusse is afkomstig uit een fotografenfamilie in Enschede. Zijn vader is persfotograaf en via hem raakt hij bekend met het vak. In 1939 verhuist Brusse naar Apeldoorn, waar hij een fotozaak aan huis begint.
‘Boef nummer 1’
Brusse wordt in 1933 lid van de NSB, maar wordt geroyeerd omdat hij de contributie niet betaalt. In 1940 kiest hij opnieuw voor het nationaalsocialisme nationaalsocialisme en ontpopt hij zich tot één van de beruchtste nazi’s van Apeldoorn. Dagboekschrijver Willem van Houtum Willem van Houtum noemt hem in zijn dagboek ‘duivel, ‘ploert’ en ‘boef nummer 1’.
Vele misdragingen
Als op 25 april 1944 brand uitbreekt in zijn winkel/woonhuis aan de Loolaan 11, is de plaatselijke bevolking alles behalve behulpzaam vanwege zijn vele misdragingen. Zo heeft hij onder andere de bezetter geholpen door aan de Bosweg 12 meubilair te vorderen en is hij betrokken bij het vernielen en in brand steken van de synagoge. Ook heeft hij verschillende mensen mishandeld, onder wie de Joodse Samuel Meijer die als verpleger op Het Apeldoornsche Bosch werkt. Wanneer Brusse terugkomt van een wapencursus van SS-school Avegoor in Ellecom ziet hij Meijer in het voor Joden verboden Oranjepark en slaat hij onmiddellijk op Meijer in.
Lid van de Propaganda Kompanie
Tijdens de bezetting werkt Brusse als fotograaf voor de Nieuwe Apeldoornsche Courant en aan zijn foto’s is zijn gezindheid duidelijk te zien. Samen met Cees van der Heijden meldt hij zich in 1941 bij de Propaganda Kompanie, een select groepje Nederlandse journalisten dat zich inzet ten dienste van Duitse politieke en militaire doelstellingen. Samen met een aantal anderen worden ze de eerste Nederlandse SS SS-oorlogsverslaggevers.
Op Dolle Dinsdag Dolle Dinsdag schiet Brusse op het Stationsplein met een revolver meerdere keren in de lucht als omstanders hem uitlachen wanneer hij, samen met andere NSB’ers, wil vluchten.
Brusse profiteert van de aanwezigheid van de Duitsers in Apeldoorn: de foto’s die hij bijvoorbeeld van Paleis Het Loo maakt, verkoopt hij aan Wehrmacht Wehrmacht-soldaten. Demelhuber Demelhuber wordt één van zijn vaste klanten. Demelhuber is overigens ook degene die hem van een wapen voorziet.
“Machtige beschermers”
Burgemeester Pont verklaart na de oorlog: “Wat de menschen angstig maakte, was dat hij zich steeds vertoonde in uniform van de Nederlandsche SS, dat hij als fotograaf een soort monopoliepositie innam bij Demelhuber en dat hem klaarblijkelijk steeds, door machtige beschermers de hand boven het hoofd werd gehouden”.
Na de oorlog moet Brusse zich voor het Bijzonder Gerechtshof verantwoorden. Zijn straf valt relatief laag uit, omdat een zenuwarts een ‘psychopathische persoonlijkheid’ bij hem constateert die hem tot op zekere hoogte ontoerekeningsvatbaar maakt.