Marktplein 11
De Poort van Kleef heeft in de oorlgosjaren geen beste reputatie; het staat bekend als ‘zwarthandelaarshol’ en als een plek waar NSB'ers graag komen.
Burgemeester Pont ter verantwoording geroepen
Ook NSBNSB-burgemeester Pont is op dit etablissement gesteld. Voor het verlovingsfeest van zijn dochter maakt hij gebruik van catering en personeel van ‘de Poort’. Tijdens dit feest wordt het Wilhelmus gezongen en Pont zingt mee en heft na afloop het glas op de koningin. Hij moet zich hiervoor verantwoorden bij de Duitse instanties, waaronder de Waffen-SS Waffen-SS. Gelukkig staat hij op goede voet met Karl Demelhuber Karl Demelhuber die in Huize Berghorst verblijft, waardoor het met een sisser afloopt.
Officiële trouwlocatie
Pont is onder andere samen met Rauter, Demelhuber en Seyss-Inquart aanwezig bij schietwedstrijden op Het Loo. Deze drie mannen worden ook op de hoogte gebracht van het huwelijk van Pont’s dochter op 18 april 1944 in de Poort van Kleef. Dit is na de brand in het oude Raadhuis de officiële trouwlocatie. Die dag vindt daar echter een inval plaats vanwege vermoedelijke zwarthandel, waarbij de eigenaren worden gearresteerd.
Van Houtum Van Houtum schrijft hierover: ‘De Poort van Kleef wordt door de Duitsers leeg gesleept. De eigenaar zou voor kapitalen aan allerlei goederen ingekocht hebben. Men spreekt onder meer van 25 gouden horloges, diamanten, smaragden, briljanten, Perzische tapijten! De grote levensmiddelenvoorraad gaat natuurlijk ook weg.’
Pand in gebruik als Wehrmachtsheim
Het pand wordt vervolgens door de Ortskommandant Ortskommandant gevorderd en in gebruik genomen als Wehrmachtsheim, een onderkomen waar Duitse soldaten kunnen ontspannen.
Kort na de oorlog worden er affiches op de ramen van het café geplakt met de tekst: ‘Wij leverden aan de moffen…. En graag.’ Ook daarna blijft het etablissement nog enige tijd mikpunt, maar in de loop der jaren wordt 'De Poort' toch gewoon weer de bekende horecagelegenheid in het centrum die het voor de oorlog ook was.