Emmy de Vries
Emmy de Vries (geanonimiseerde naam) komt in 1941 als Nederlandse in dienst van het Duitse bezettingsbestuur en komt te werken op de vertaalafdeling van het Generalkommissariat für Verwaltung und Justiz in Den Haag. Als typiste is ze betrokken bij de vertaling van het Verordeningenblad, een blad waarin bindende voorschriften en besluiten van de Duitse bezetter gemeld worden.
Door haar positie is ze vaak als eerste op de hoogte van Duitse besluiten. Emmy heeft deze baan bij het Generalkommissariat für Verwaltung und Justiz Generalkommissariat für Verwaltung und Justiz gekregen dankzij haar vader, een fanatiek en invloedrijke NSB’er NSB’er.
Ze is een alleenstaande moeder en net gescheiden. Om in dienst te komen van het Duitse bezettingsbestuur, moet ze een verklaring van Arische afstamming, een geheimhoudingsverklaring en een formulier betreffende haar activiteiten en werkzaamheden op politiek gebied overhandigen.
Van Den Haag naar Apeldoorn
Wanneer de afdeling waar Emmy werkt in december 1943 van Den Haag naar Apeldoorn verplaatst wordt, gaat Emmy mee en zet ze haar werkzaamheden voort aan de Loolaan 52, vlak naast de bunker van Seyss-Inquart. In Apeldoorn woont Emmy op verschillende adressen, waaronder korte tijd aan de Catharinalaan 5.
Een nieuwe liefde
Wanneer ze een nieuwe liefde krijgt, laat ze op haar werk steken vallen en komt ze zelfs een aantal dagen niet opdagen zonder dat ze iets van zich laat horen. Die dagen verblijft ze met haar nieuwe liefde in een kamer in Hotel Suisse die ze heeft kunnen regelen omdat ze zich heeft uitgegeven als ‘Angehörige des Reichskommissars’ (medewerker van de rijkscommissaris), waardoor alle alarmbellen op de Loolaan 52 afgaan. Emmy wordt overgeplaatst en vervolgens ontslagen.
Voorwaardelijke straf
Na de oorlog moet ze zich voor de Nederlandse rechter verantwoorden; er wordt haar een voorwaardelijke straf van zes maanden opgelegd. Ook mag ze geen openbaar ambt bekleden en niet meer stemmen; deze laatste maatregel vormt bijna altijd één van de strafmaatregelen die collaborateurs collaborateurs na de oorlog opgelegd krijgen. Over haar misdragingen op haar werk in Apeldoorn zegt ze dat ze het expres heeft gedaan, omdat ze hoopte dat ze ontslagen zou worden; anderen verklaren dat ze zich schaamde voor haar werk.